Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De lippen des rechtvaardigen weten [70]wat welgevallig is; maar de mond der goddelozen [71]enkel verkeerdheid. 70. Het Hebreeuwse woord is niet alleen genomen voor den wil en het welbehagen zelf, gelijk Ps.30:8, en Ps.51:20, maar ook voor hetgeen men wil en dat aangenaam of welgevallig is; Ps.40:9, en Ps.145:19, onder hfdst.11 vs.1. 71. Hebreeuws, verkeerdheden.